Waterskiën begint traditioneel met een 'diepwaterstart'. De skiër gaat met zijn ski's het water in (knieën gebogen/armen gestrekt), met beide punten van de ski's boven water en het touw er midden in. Men kan ook een zitstart of springstart doen. Bij een zitstart gaat men neerzitten op de rand van de steiger en steekt men de ski's al in het water. Enkele vormen van waterskiën zijn: figuurskiën, slalomskiën, wedstrijdslalomskiën, schansspringen, raceskiën, showski en blootvoets skiën. twee variaties op het waterskiën zijn het wakeboarden (waterskiën met beide voeten op 1 plank) en kneeboarden, waar je met je knieën op een plank zit en je zo laat voortrekken over het water.